Aanleiding

Gemeente Haarlemmermeer heeft naast de grote opgave van gebiedsontwikkeling en inrichting van de openbare ruimte ook een stevige beheeropgave voor de komende jaren. De investeringen volgend uit de gebiedsontwikkelingen zijn gekoppeld aan het bouwen van 20.000 woningen tot 2040 (Coalitieakkoord 2022 – 2026). Gezien de grootte van de opgave is het noodzakelijk om de (financiële) impact op lange termijn inzichtelijk te maken. Een dergelijke rapportage moet bijdragen aan een betere besluitvorming in (mogelijk) te maken keuzes en de impact hiervan op de investeringsruimte. Deze rapportage noemen wij het Strategisch Perspectief Investeringen (SPI).

Product in ontwikkeling

De eerste editie van het SPI is in het voorjaar van 2024 uitgebracht. Hierin zijn alle lopende- en toekomstige investeringen (het investeringsvolume) over een periode van 17 jaar geïnventariseerd en in beeld gebracht. Het gaat hierbij om investeringen van ambitie (lange termijnperspectief) naar plan (nog te autoriseren) tot uitvoering (lopende investeringen). In deze tweede editie was het de bedoeling om de projectfases toe te voegen. Zoals wij hebben aangegeven in onze brief aan de raad (XS-24031407.115) willen wij de keuze van de raad over de investeringsstrategie Schaalsprong Wonen 2025 in het SPI verwerken. Om die reden wordt het langlopende deel van het SPI in het najaar van 2025 uitgebracht. Volgend jaar wordt het langlopende deel weer in het voorjaar 2026 uitgebracht en ook de derde stap van de ontwikkeling, de ambtelijke capaciteit, aan het SPI toegevoegd.

Samenhang planning- en controlcyclus

Het SPI wordt twee keer per jaar gelijktijdig met de voor- en najaarsrapportage gepresenteerd. In het SPI worden de voorgestelde mutaties met een bijgestelde stand van de geautoriseerde investeringen weergeven. Aan de hand hiervan worden de kapitaallasten en indien nodig de exploitatielasten van het begrotingsjaar geactualiseerd. De mutaties worden verwerkt in de voor- en najaarsrapportage. Daarmee is het SPI een onderdeel van de gemeentelijke planning- en controlcyclus. Gezien deze werkwijze is het logisch dat volgtijdelijk eerst het SPI wordt vastgesteld en daarna de voor- en najaarsrapportage. In de beleidsnotitie Planning- en controlcyclus 2024 (11527123) is beschreven wat de werkwijze is voor het opnemen van nieuwe uitbreidings- of vervangingsinvesteringen in het investeringsplan, waarbij het uitgangspunt is dat de raad zijn kaderstellende rol op het gebied van investeringen kan invullen en keuzes kan maken. Om die reden worden beslispunten voor verhoging van kredieten nog niet cijfermatig verwerkt in de tabellen.

Voor eventuele (bij)sturing is een aantal momenten van belang:

  • voorjaarsrapportage: reserveren budgetruimte voor kapitaal- en exploitatielasten van voorgenomen nieuwe investeringen;

  • programmabegroting: voor het autoriseren van investeringen tot € 2 miljoen die starten in het nieuwe begrotingsjaar, én in uitzonderingsgevallen voor het autoriseren van nieuwe investeringen die niet voorzien waren bij de voorjaarsrapportage;

  • tussentijds separaat raadsvoorstel: voor het autoriseren van grote investeringen (€ 2 miljoen en hoger);

  • voor het autoriseren van investeringen in spoedeisende gevallen. Een spoedeisende investering is altijd Onvoorzien, Onvermijdelijk en Onuitstelbaar.

Wijzigingen ten opzichte van SPI najaar 2024

De beginstanden van de investeringskredieten sluiten niet altijd aan bij de eindstanden van het SPI najaar 2024. Dit wordt veroorzaakt doordat de raad na het opstellen van het SPI najaar 2024 nog kredietbesluiten heeft vastgesteld en door de afsluiting van kredieten in de Jaarstukken 2024.